Als je dit recept een keer geprobeerd hebt, zul je er heel vaak naar terug grijpen! Het is namelijk niet alleen erg lekker als basis voor heel veel taarten, maar ook nog eens heel eenvoudig. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er best lang over gedaan heb om het juiste recept te ontwikkelen. Het internet staat vol met recepten voor biscuitbeslag, maar vaak vond ik ze te droog of smakeloos. Cakebeslag vond ik daarentegen weer te vet en te zwaar. Ik zocht dus eigenlijk een recept wat hier een beetje tussenin zat; luchtig, maar  met een rijke smaak. Inmiddels kan ik dit recept dromen en gebruik ik het heel erg vaak. Het recept is goed voor een vorm van 23 centimeter doorsnede.

Ingredienten
6 eieren
150 g fijne kristalsuiker
135 g bloem (+ extra om te bestuiven)
15 g custardpoeder
1/2 citroen (rasp)
60 g boter (gesmolten, + extra om in te vetten)

Verder nodig
(spring)vorm van 23 cm doorsnede

Bereiding
Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet de springvorm in met boter en bestuif hem met een klein beetje bloem. Scheid de eieren en klop de eiwitten op. Voeg beetje bij beetje de suiker toe, wanneer de eiwitten schuimig beginnen te worden. Klop nog ongeveer 2 minuten door tot je een stevig schuim hebt. Roer de dooiers even los en spatel deze zo luchtig mogelijk door het eiwitschuim. Zeef de bloem en de custardpoeder en spatel dit door het eimengsel. Spatel tot slot de citroenrasp en de gesmolten boter door het beslag. Stort het beslag ik de ingevette vorm en bak de biscuitbodem in ongeveer 25 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuitbodem volledig afkoelen, voor je hem aansnijdt.

Tip: Je kunt testen of de biscuitbodem gaar is door er een satéprikker in te prikken. Blijft er wat beslag aan hangen? Bak hem dan nog een paar minuten langer af.