Cees Holtkamp noemt een boterkoek ”troostvoer”. Ik moet hem gelijk geven; hier word je spontaan gelukkig van! Een goede boterkoek moet lekker smeuïg en zacht van binnen zijn, maar krokant van buiten. Je bereikt dit door de boterkoek relatief kort, maar heet te bakken. Het beste kun je een boterkoek in een gesloten vorm bakken. Bak je hem in een springvorm, dan heb je kans dat hij wat boter gaat lekken tijdens het bakken. Om je oven schoon te houden, kun je de springvorm beter op een bakplaat zetten in plaats van een rooster. Gebruik je een gesloten vorm? wacht dan met het uit de vorm halen van de boterkoek tot hij helemaal is afgekoeld!

Ingrediënten
230 g boter (koud)
100 g witte basterdsuiker
100 g fijne kristalsuiker
2 g zout
1/2 citroen (rasp)
30 g ei (ongeveer 1/2 ei, + extra om te bestrijken)
250 g bloem

Verder nodig
(spring)vorm van 23 cm doorsnede

Bereiding
Meng de boter met de suikers, het zout, de citroenrasp en het ei. Voeg de bloem toe en kneed het geheel zo kort mogelijk tot een samenhangend deeg. Verpak het deeg in plastic folie en laat het een uur in de koelkast rusten.

Verwarm de oven voor op 200 °C en vet de vorm in. Kneed het deeg kort door en druk het zo egaal mogelijk in de vorm. Bestrijk het deeg met losgeklopt ei en breng met een vork een rasterpatroon aan. Bak de boterkoek in ongeveer 25 minuten goudbruin en gaar.